“Fijne reis!” zei een stem tegen de voorbijganger die richting de stationshal snelde.
De man reageerde vluchtig, zonder om te kijken; “Dankjewel, maar ik ga alleen een broodje halen.”
“In dat geval, eet smakelijk alvast!”
De man glimlachte en draaide zich om. “Het broodje is eigenlijk niet voor mij, maar voor m’n vrien…”
Maar er stond niemand achter hem. Enkel het bronzen beeld van de lezende non.
Zag hij nou een glimlach rond haar lippen?